Gaat het licht uit in Melle?

Ook gelezen in de krant? Burgemeester De Maeseneer is 'bezig met een draaiboek', een noodplan voor als er elektriciteitscabines worden uitgeschakeld bij dreigend stroomtekort... 'maar we hopen natuurlijk dat het niet zover komt'. Maar wat doet de gemeente zelf? Een noodplan om de hinder te beperken als de stroom wordt uitgeschakeld, een oproep aan de Mellenaars om geen stroom te verspillen, twee generators, ... dat is natuurlijk goed en zeker nodig, maar welke inspanningen heeft de gemeente daarnaast zelf al gedaan en waar kan het misschien nog beter?

Al zeker in de gemeentelijke infrastructuur: het eigen elektriciteitsgebruik van de gemeente kan behoorlijk verminderen als alle gebouwen energiezuinig verlicht zouden worden met spaarlampen of LED-verlichting, die ook nog milieuvriendelijk geschakeld worden met bewegingssensoren. Het vervangen van de lampen kan op heel korte termijn gebeuren, het kost niet veel en het biedt nog jaren voordeel door de verlaagde elektriciteitsrekening.

Daarnaast hebben die gemeentelijke gebouwen ook een grote troef: al die daken vormen samen een zee van ruimte om zonnepanelen te plaatsen.
We geven hier meer informatie over de financiële voordelen van zonnepanelen voor kantoren en scholen, wat dus ook op maat is van de gemeente.
Het zal de financieel verantwoordelijken in Melle zeker als muziek in de oren klinken in deze tijden van besparingen.foto zonnepanelen

Onderstaande cijfers hebben betrekking op een gemiddeld schoolgebouw en kunnen voor Melle dus nog afwijkend zijn, maar ze geven wel al een heel duidelijke indicatie.

Scenario 1: als de gemeente niet zelf wenst te investeren, kan ze kiezen voor realisatie door RECHT VAN OPSTAL.

In dit geval heeft de gemeente geen investeringslast en geniet ze van goedkope elektriciteit: € 150/Mwh. Bovendien kan een afspraak gemaakt worden dat het dak verhuurd wordt aan de firma, waardoor huuropbrengsten gegenereerd worden.

De firma waarmee men samenwerkt, draagt de investeringslast en blijft eigenaar van de PV-installatie tot het einde van de periode van opstal. Zij krijgt de groene stroom certificaten en verkoopt de opgewekte elektriciteit aan de gemeente en het surplus aan het net.

De gemeente wordt hierbij eigenaar van de installatie op het einde van de periode van opstal, die meestal 25 jaar bedraagt. De meeste installaties werken dan nog perfect, waardoor het voordeel voor de gemeente nog ettelijke jaren kan doorlopen.

Scenario 2: als de gemeente toch zelf wenst te investeren, dan kan dit IN EIGEN BEHEER. Dit kan met eigen middelen, maar voor zo'n investering kan vandaag tot 100% van het investeringsbedrag ontleend worden bij de bank. In dit geval wordt de elektriciteit gefactureerd aan marktconforme tarieven. De investering is minder dan € 20.000 (excl. BTW) met een rendement van ongeveer 14%. Wie kan daar neen tegen zeggen in deze periode van bezuinigingen?

Ook als particulier kan u nu aan bodemtarieven lenen om met een degelijke installatie op het dak op gemiddeld 7 jaar de investering terug te verdienen. Met een levensduur van heel wat installaties van minstens 25 jaar, kan u op deze manier ook geld verdienen op een manier waar heel wat klassieke investeerders alleen van kunnen dromen...

Maar minstens even belangrijk: op deze manier draagt de gemeente ook bij aan een verminderde CO2-uitstoot, wat een mooie stap zou zijn in de richting van een klimaatneutraal Melle en goed is voor iedereen op onze wereldbol. Een mooi voorbeeld is alvast de Strijkwinkel van het OCMW, dat zonnepanelen voor- en zonneboilers achteraan op het dak heeft.

En windmolens? Ja, die kunnen ook bijdragen tot de oplossing. We begrijpen dat niet iedereen ze even graag ziet verschijnen in zijn of haar tuin, maar ze leveren wel milieuvriendelijke en duurzame energie die onze (klein)kinderen niet belast. En bij de nieuwe windmolens zal ook de gemeente (naast de bewoners) kunnen participeren... en genieten van de opbrengst.

Als Melle nu stappen durft te zetten om verstandiger met de beschikbare energie om te gaan en duurzame energie op te wekken, dan is de kans veel groter dat we in de toekomst
kunnen zeggen: in Melle gaat het licht niet uit!

Met dank aan Benoit Stroobandt van Building Energy